Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. begierig:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor begierig (Duits) in het Nederlands

begierig:

begierig bijvoeglijk naamwoord

  1. begierig (lüstern; versessen)
    verzot
    • verzot bijvoeglijk naamwoord
  2. begierig (erpicht; versessen)
    belust; happig
  3. begierig (gefräßig; gierig)
    gulzig; vraatzuchtig
  4. begierig (lüstern; verlangend)
    verlangend; begerend
  5. begierig (gierig; eifrig; lüstern; )
    gretig; happig
  6. begierig (gierig)
    begerig

Vertaal Matrix voor begierig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begerig begierig; gierig
belust begierig; erpicht; versessen
gretig begehrlich; begierig; eifrig; erpicht; gierig; hungrig; lüstern; verlangend; zugespitzt
gulzig begierig; gefräßig; gierig
happig begehrlich; begierig; eifrig; erpicht; gierig; hungrig; lüstern; verlangend; versessen; zugespitzt
verzot begierig; lüstern; versessen
vraatzuchtig begierig; gefräßig; gierig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begerend begierig; lüstern; verlangend
verlangend begierig; lüstern; verlangend schmachtend; sehnsuchtsvoll; sehnsüchtig

Synoniemen voor "begierig":


Wiktionary: begierig

begierig
adjective
  1. reikhalzend uitzien naar iets, gespitst op iets, happig op iets

Cross Translation:
FromToVia
begierig begerig eager — excited by desire in the pursuit of any object
begierig begerig; belust; gretig; happig; verlekkerd avide — Qui a de l’avidité

Verwante vertalingen van begierig