Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
-
begeistert:
- enthousiast; bevlogen; bezield; geestdriftig; verheugd; verblijd; blij; geil; seksueel opgewonden; opgewonden; hitsig; heet; blijmoedig; vrolijk; levendig; opgetogen; zonnig; lustig; opgewekt; uitgelaten; fideel; jolig; monter; dartel; kwiek; welgemoed; wakker; fleurig; blijgeestig; opgeruimd; geestig; kleurig; hartstochtelijk; gepassioneerd; vurig; heftig; met hevige passie; dolblij; ontzettend blij; inblij; welgestemd; goed geluimd
- begeistern:
-
Wiktionary:
- begeistert → enthousiast, hartstochtelijk
- begeistert → enthousiast, ijverig, vlijtig
- begeistern → bezielen
- begeistern → enthousiasmeren, opwinden, bezielen, inboezemen, inspireren, dicteren, een wenk geven, influisteren, opperen, suggereren, bepraten, overhalen, overreden, te denken geven, inademen, ophalen, inblazen
Duits
Uitgebreide vertaling voor begeistert (Duits) in het Nederlands
begeistert:
-
begeistert (enthusiastisch; beseelt; stürmisch)
enthousiast; bevlogen; bezield; geestdriftig-
enthousiast bijvoeglijk naamwoord
-
bevlogen bijvoeglijk naamwoord
-
bezield bijvoeglijk naamwoord
-
geestdriftig bijvoeglijk naamwoord
-
-
begeistert (erfreut; vergnügt; entzückt; vergnüglich; munter; heiter)
-
begeistert (Seksuell gereitst sein; heiß; geil; hitzig; brünstig; aufgeregt; aufgregend; enthusiastisch; gereizt; hingebungsvoll; feurig; glühend; eifrig; erregt; entzückt; lüstern; inbrünstig; erregend)
geil; seksueel opgewonden; opgewonden; hitsig; heet-
geil bijvoeglijk naamwoord
-
seksueel opgewonden bijvoeglijk naamwoord
-
opgewonden bijvoeglijk naamwoord
-
hitsig bijvoeglijk naamwoord
-
heet bijvoeglijk naamwoord
-
-
begeistert (fröhlich; heiter; lustig; munter; ausgelassen)
blijmoedig; vrolijk; levendig; opgetogen; zonnig; lustig; opgewekt; uitgelaten; fideel; jolig; monter; dartel; kwiek; welgemoed; wakker; fleurig; blijgeestig; blij; opgeruimd; geestig; kleurig-
blijmoedig bijvoeglijk naamwoord
-
vrolijk bijvoeglijk naamwoord
-
levendig bijvoeglijk naamwoord
-
opgetogen bijvoeglijk naamwoord
-
zonnig bijvoeglijk naamwoord
-
lustig bijvoeglijk naamwoord
-
opgewekt bijvoeglijk naamwoord
-
uitgelaten bijvoeglijk naamwoord
-
fideel bijvoeglijk naamwoord
-
jolig bijvoeglijk naamwoord
-
monter bijvoeglijk naamwoord
-
dartel bijvoeglijk naamwoord
-
kwiek bijvoeglijk naamwoord
-
welgemoed bijvoeglijk naamwoord
-
wakker bijvoeglijk naamwoord
-
fleurig bijvoeglijk naamwoord
-
blijgeestig bijvoeglijk naamwoord
-
blij bijvoeglijk naamwoord
-
opgeruimd bijvoeglijk naamwoord
-
geestig bijvoeglijk naamwoord
-
kleurig bijvoeglijk naamwoord
-
-
begeistert (leidenschaftlich; aufgeregt; hitzig; erregt; aufgebracht; enthusiastisch; feurig)
hartstochtelijk; gepassioneerd; vurig; heftig; met hevige passie-
hartstochtelijk bijvoeglijk naamwoord
-
gepassioneerd bijvoeglijk naamwoord
-
vurig bijvoeglijk naamwoord
-
heftig bijvoeglijk naamwoord
-
met hevige passie bijvoeglijk naamwoord
-
-
begeistert (entzückt; freudig; herzensfroh; froh; fröhlich)
-
begeistert (sehr froh; fröhlich; freudig; entzückt; herzensfroh; froh)
dolblij; ontzettend blij; inblij-
dolblij bijvoeglijk naamwoord
-
ontzettend blij bijvoeglijk naamwoord
-
inblij bijvoeglijk naamwoord
-
-
begeistert (gut gelaunt; glücklich; froh; freudvoll; fröhlich; freudig; ausgelassen; lustig; heiter; munter; vergnüglich)
Vertaal Matrix voor begeistert:
Synoniemen voor "begeistert":
Wiktionary: begeistert
begeistert
Cross Translation:
adjective
-
hartstochelijk, met geestdrift
-
(van uitingen) met groot verlangen of grote liefde
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• begeistert | → enthousiast | ↔ enthusiastic — with zealous fervor; excited, motivated |
• begeistert | → ijverig; vlijtig | ↔ zealous — full of zeal; ardent |
begeistert vorm van begeistern:
-
begeistern (eingeben; inspirieren; einflüstern)
-
begeistern (inspirieren)
Conjugations for begeistern:
Präsens
- begeistere
- begeisterst
- begeistert
- begeisteren
- begeistert
- begeisteren
Imperfekt
- begeisterte
- begeistertest
- begeisterte
- begeisterten
- begeistertet
- begeisterten
Perfekt
- habe begeistert
- hast begeistert
- hat begeistert
- haben begeistert
- habt begeistert
- haben begeistert
1. Konjunktiv [1]
- begeistere
- begeisterest
- begeistere
- begeisteren
- begeisteret
- begeisteren
2. Konjunktiv
- begeisterte
- begeistertest
- begeisterte
- begeisterten
- begeistertet
- begeisterten
Futur 1
- werde begeistern
- wirst begeistern
- wird begeistern
- werden begeistern
- werdet begeistern
- werden begeistern
1. Konjunktiv [2]
- würde begeistern
- würdest begeistern
- würde begeistern
- würden begeistern
- würdet begeistern
- würden begeistern
Diverses
- begeister!
- begeistert!
- begeisteren Sie!
- begeistert
- begeisternd
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor begeistern:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bezielen | begeistern; inspirieren | aktivieren; anfeuern; anheizen; anregen; anspornen; beleben; hervorrufen; neubeleben; wecken |
een inspirerende werking hebben | begeistern; inspirieren | |
inboezemen | begeistern; einflüstern; eingeben; inspirieren | |
ingeven | begeistern; einflüstern; eingeben; inspirieren | anordnen; anregen; antreiben; aufjagen; ausmachen; bestimmen; diktieren; einflößen; einflüstern; eingeben; einhelfen; ermessen; forttreiben; geben; jemandem etwas verabreichen; nötigen; prophezeien; raten; schätzen; soufflieren; suggerieren; taxieren; verabreichen; veranschlagen; verordnen; vorhersagen; vorsagen; vorschlagen; vorschreiben; vorsichhertreiben; vorwärtstreiben; zuraten; überschlagen |
inspireren | begeistern; einflüstern; eingeben; inspirieren |
Synoniemen voor "begeistern":
Wiktionary: begeistern
begeistern
Cross Translation:
verb
-
inspireren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• begeistern | → enthousiasmeren | ↔ enthuse — to cause (someone) to feel enthusiasm |
• begeistern | → opwinden | ↔ thrill — suddenly excite someone, or to give someone great pleasure; to electrify |
• begeistern | → bezielen; inboezemen; inspireren; dicteren | ↔ dicter — prononcer mot à mot une phrase ou une suite de phraser, pour qu’une ou plusieurs autres personnes l’écrire. |
• begeistern | → een wenk geven; influisteren; opperen; suggereren; bepraten; overhalen; overreden; te denken geven; bezielen; inboezemen; inspireren; inademen; ophalen; inblazen | ↔ inspirer — faire pénétrer artificiellement de l’air dans les poumons. |