Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- begegnen:
-
Wiktionary:
- begegnen → bejegenen, ontmoeten, tegenkomen
- begegnen → confronteren, treffen, ontmoeten, aantreffen, tegemoet treden, tegenkomen, aanboren
Duits
Uitgebreide vertaling voor begegnen (Duits) in het Nederlands
begegnen:
-
begegnen (Bekanntschaft machen mit)
ontmoeten; kennis maken met-
kennis maken met werkwoord (maak kennis met, maakt kennis met, maakte kennis met, maakten kennis met, kennis gemaakt met)
-
begegnen (entgegen)
-
begegnen (antreffen; finden; auffinden; vorfinden)
-
begegnen (entgegengehen; entgegenkommen)
tegemoetkomen; concessies doen; welwillendheid tonen-
tegemoetkomen werkwoord (kom tegemoet, komt tegemoet, kwam tegemoet, kwamen tegemoet, tegemoet gekomen)
-
concessies doen werkwoord (doe concessies, doet concessies, deed concessies, deden concessies, concessies gedaan)
-
welwillendheid tonen werkwoord
-
-
begegnen (annähern; entgegenkommen; entgegengehen; herankommen)
tegemoetkomen; toenaderen; naderen-
tegemoetkomen werkwoord (kom tegemoet, komt tegemoet, kwam tegemoet, kwamen tegemoet, tegemoet gekomen)
-
-
begegnen (behandeln)
-
begegnen (zusammenkommen; treffen; zusammentreffen; tagen; vereinigen)
-
begegnen (über jemanden stolpern; treffen; unerwartet begegnen)
tegen het lijf lopen-
tegen het lijf lopen werkwoord (loop tegen het lijf, loopt tegen het lijf, liep tegen het lijf, liepen tegen het lijf, tegen het lijf gelopen)
-
Conjugations for begegnen:
Präsens
- begegne
- begegnest
- begegnet
- begegnen
- begegnet
- begegnen
Imperfekt
- begegnete
- begegnetest
- begegnete
- begegneten
- begegnetet
- begegneten
Perfekt
- bin begegnet
- bist begegnet
- ist begegnet
- sind begegnet
- seid begegnet
- sind begegnet
1. Konjunktiv [1]
- begegne
- begegnest
- begegne
- begegnen
- begegnet
- begegnen
2. Konjunktiv
- begegnete
- begegnetest
- begegnete
- begegneten
- begegnetet
- begegneten
Futur 1
- werde begegnen
- wirst begegnen
- wird begegnen
- werden begegnen
- werdet begegnen
- werden begegnen
1. Konjunktiv [2]
- würde begegnen
- würdest begegnen
- würde begegnen
- würden begegnen
- würdet begegnen
- würden begegnen
Diverses
- begegne!
- begegnet!
- begegnen Sie!
- begegnet
- begegnend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor begegnen:
Synoniemen voor "begegnen":
Wiktionary: begegnen
begegnen
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• begegnen | → confronteren | ↔ confront — To come up against; to encounter |
• begegnen | → treffen | ↔ encounter — meet (someone) or find (something) unexpectedly |
• begegnen | → ontmoeten; treffen | ↔ meet — encounter by accident |
• begegnen | → aantreffen; ontmoeten; tegemoet treden; tegenkomen; treffen; aanboren | ↔ rencontrer — trouver en chemin une personne ou une chose. |