Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal begünstigen

Vertaal begünstigen van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. begünstigen:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor begünstigen (Duits) in het Nederlands

begünstigen:

begünstigen werkwoord (begünstige, begünstigst, begünstigt, begünstigte, begünstigtet, begünstigt)

  1. begünstigen (bevorzugen; bevorrechten)
    voortrekken; bevoordelen; begunstigen; voorschuiven
    • voortrekken werkwoord (trek voor, trekt voor, trok voor, trokken voor, voorgetrokken)
    • bevoordelen werkwoord (bevoordeel, bevoordeelt, bevoordeelde, bevoordeelden, bevoordeeld)
    • begunstigen werkwoord (begunstig, begunstigt, begunstigde, begunstigden, begunstigd)
    • voorschuiven werkwoord
  2. begünstigen (spenden; geben; schenken; )
    geven; schenken; doneren
    • geven werkwoord (geef, geeft, gaf, gaven, gegeven)
    • schenken werkwoord (schenk, schenkt, schonk, schonken, geschonken)
    • doneren werkwoord (doneer, doneert, doneerde, doneerden, gedoneerd)
  3. begünstigen (bevorzugen)
    bevoorrechten; voorrechten toekennen

Conjugations for begünstigen:

Präsens
  1. begünstige
  2. begünstigst
  3. begünstigt
  4. begünstigen
  5. begünstigt
  6. begünstigen
Imperfekt
  1. begünstigte
  2. begünstigtest
  3. begünstigte
  4. begünstigten
  5. begünstigtet
  6. begünstigten
Perfekt
  1. habe begünstigt
  2. hast begünstigt
  3. hat begünstigt
  4. haben begünstigt
  5. habt begünstigt
  6. haben begünstigt
1. Konjunktiv [1]
  1. begünstige
  2. begünstigest
  3. begünstige
  4. begünstigen
  5. begünstiget
  6. begünstigen
2. Konjunktiv
  1. begünstigte
  2. begünstigtest
  3. begünstigte
  4. begünstigten
  5. begünstigtet
  6. begünstigten
Futur 1
  1. werde begünstigen
  2. wirst begünstigen
  3. wird begünstigen
  4. werden begünstigen
  5. werdet begünstigen
  6. werden begünstigen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde begünstigen
  2. würdest begünstigen
  3. würde begünstigen
  4. würden begünstigen
  5. würdet begünstigen
  6. würden begünstigen
Diverses
  1. begünstig!
  2. begünstigt!
  3. begünstigen Sie!
  5. begünstigt
  6. begünstigend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor begünstigen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begunstigen begünstigen; bevorrechten; bevorzugen
bevoordelen begünstigen; bevorrechten; bevorzugen
bevoorrechten begünstigen; bevorzugen
doneren ausstellen; austeilen; begünstigen; bevorrechten; bevorzugen; einreichen; einschenken; erweisen; geben; gießen; schenken; spenden; stiften; verehren; verschenken
geven ausstellen; austeilen; begünstigen; bevorrechten; bevorzugen; einreichen; einschenken; erweisen; geben; gießen; schenken; spenden; stiften; verehren; verschenken anbieten; austragen; besorgen; bieten; darbieten; darreichen; einflößen; eingeben; geben; hergeben; herreichen; herumgeben; herüberreichen; hinhalten; hinüberreichen; ins Haus liefern; jemandem etwas verabreichen; liefern; präsentieren; reichen; senden; verabreichen; verordnen; zustellen; überreichen
schenken ausstellen; austeilen; begünstigen; bevorrechten; bevorzugen; einreichen; einschenken; erweisen; geben; gießen; schenken; spenden; stiften; verehren; verschenken ausgießen; ausschütten; austragen; besorgen; donieren; einschenken; geben; gießen; hergeben; herreichen; hineingießen; ins Haus liefern; liefern; nachgiessen; nachschenken; reichen; schenken; schütten; senden; stiften; stürzen; verschenken; weggeben; zustellen
voorrechten toekennen begünstigen; bevorzugen
voorschuiven begünstigen; bevorrechten; bevorzugen jemand begunstigen; vor sich her schieben; vorgeben; vorschieben; vorschießen; vortäuschen
voortrekken begünstigen; bevorrechten; bevorzugen jemand begunstigen; vorgeben; vorschieben; vorschießen; vortäuschen

Synoniemen voor "begünstigen":


Wiktionary: begünstigen

begünstigen
verb
  1. iemand ~: aan iemand bijzondere gunsten verlenen
Cross Translation:
FromToVia
• begünstigen → beveiligen; in veiligheid brengen; veilig stellen; vrijwaren; behoeden; beschermen; beloven; toezeggen; uitloven; verzeggen; nakomen; naleven; uitvoeren; verrichten; vervullen; voltrekken; borg staan voor; garanderen; sponsoren; waarborgen; betuigen; verzekeren; assureren ↔ assurer — rendre stable.
• begünstigen → behoeden; beschermen; bewaken; bewaren; de wacht hebben; hoeden; waken over ↔ protéger — prendre la défense de quelqu’un, de quelque chose ; prêter secours et appui.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van begünstigen







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0388 seconde
Page rendered in 1.0 seconds