Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bar:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor bar (Duits) in het Nederlands

bar:

bar bijvoeglijk naamwoord

  1. bar (einfach; sauber; schier; )
    klinkklaar; gewoonweg; rechttoe

Vertaal Matrix voor bar:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klinkklaar bar; einfach; glatt; pur; rein; sauber; schier; unverfälscht; wahr ehrlich; einfach; geradeweg; lauter; pur; rein; rundheraus; unverfälscht
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gewoonweg bar; einfach; glatt; pur; rein; sauber; schier; unverfälscht; wahr dir nichts; ehrlich; einfach; geradeweg; glattweg; lauter; mir nichts; nur so; pur; rein; rundheraus; schlechterdings; unverfälscht
rechttoe bar; einfach; glatt; pur; rein; sauber; schier; unverfälscht; wahr frei; gerade; offen

Synoniemen voor "bar":


Wiktionary: bar

bar
adjective
  1. mit Geld

Cross Translation:
FromToVia
bar bloot bare — naked, uncovered

Verwante vertalingen van bar