Duits
Uitgebreide vertaling voor auswärtig (Duits) in het Nederlands
auswärtig:
-
auswärtig (ausländisch; imAusland; fremd)
-
auswärtig (aus einem fremden Land; ausländisch; äußer; draußen; fremd)
buitenlands; uit een vreemd land-
buitenlands bijvoeglijk naamwoord
-
uit een vreemd land bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor auswärtig:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
buitenlands | aus einem fremden Land; ausländisch; auswärtig; draußen; fremd; imAusland; äußer | |
uitlandig | ausländisch; auswärtig; fremd; imAusland | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
uit een vreemd land | aus einem fremden Land; ausländisch; auswärtig; draußen; fremd; äußer |
Synoniemen voor "auswärtig":
Computer vertaling door derden: