Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal ausheben

Vertaal ausheben van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ausheben:

Duits

Uitgebreide vertaling voor ausheben (Duits) in het Nederlands

ausheben:

ausheben werkwoord (hebe aus, hebst aus, hebt aus, hob aus, hobt aus, ausgehoben)

  1. ausheben (aufheben; hochziehen; erheben; )
    opheffen
    – omhoog tillen 1
    • opheffen werkwoord (hef op, heft op, hief op, hieven op, opgeheven)
      • hij hief de beker op1
    heffen; tillen; omhoog brengen; lichten; omhoogheffen
    • heffen werkwoord (hef, heft, hief, hieffen, geheven)
    • tillen werkwoord (til, tilt, tilde, tilden, getild)
    • omhoog brengen werkwoord (breng omhoog, brengt omhoog, bracht omhoog, brachten omhoog, omhoog gebracht)
    • lichten werkwoord (licht, lichtte, lichtten, gelicht)
    • omhoogheffen werkwoord (hef omhoog, heft omhoog, hief omhoog, hieven omhoog, omhooggeheven)
    optillen
    – omhoog brengen 1
    • optillen werkwoord (til op, tilt op, tilde op, tilden op, opgetild)
      • hij tilde de zware stoel op1
  2. ausheben (graben; schaufeln)
    graven; delven
    • graven werkwoord (graaf, graaft, groef, groeven, gegraven)
    • delven werkwoord (delf, delft, delfde, delfden, gedelft)
  3. ausheben (ausleeren; leeren; entleeren; ausräumen; herausnehmen)
    legen; leegmaken; leeghalen; ledigen
    • legen werkwoord
    • leegmaken werkwoord (maak leeg, maakt leeg, maakte leeg, maakten leeg, leeggemaakt)
    • leeghalen werkwoord (haal leeg, haalt leeg, haalde leeg, haalden leeg, leeggehaald)
    • ledigen werkwoord (ledig, ledigt, ledigde, ledigden, geledigd)
  4. ausheben (herausnehmen; ausholen; ausnehmen)
    uithalen; loshalen
    • uithalen werkwoord (haal uit, haalt uit, haalde uit, haalden uit, uitgehaald)
    • loshalen werkwoord
  5. ausheben (herausnehmen; ausholen; ausnehmen)
    uithalen; naar buiten halen

Conjugations for ausheben:

Präsens
  1. hebe aus
  2. hebst aus
  3. hebt aus
  4. heben aus
  5. hebt aus
  6. heben aus
Imperfekt
  1. hob aus
  2. hobst aus
  3. hob aus
  4. hoben aus
  5. hobt aus
  6. hoben aus
Perfekt
  1. habe ausgehoben
  2. hast ausgehoben
  3. hat ausgehoben
  4. haben ausgehoben
  5. habt ausgehoben
  6. haben ausgehoben
1. Konjunktiv [1]
  1. hebe aus
  2. hebest aus
  3. hebe aus
  4. heben aus
  5. hebet aus
  6. heben aus
2. Konjunktiv
  1. höbe aus
  2. höbest aus
  3. höbe aus
  4. höben aus
  5. höbet aus
  6. höben aus
Futur 1
  1. werde ausheben
  2. wirst ausheben
  3. wird ausheben
  4. werden ausheben
  5. werdet ausheben
  6. werden ausheben
1. Konjunktiv [2]
  1. würde ausheben
  2. würdest ausheben
  3. würde ausheben
  4. würden ausheben
  5. würdet ausheben
  6. würden ausheben
Diverses
  1. heb aus!
  2. hebt aus!
  3. heben Sie aus!
  5. ausgehoben
  6. aushebend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor ausheben:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
leegmaken Abladen; Ausladen
lichten Lichten
opheffen Aufheben; Beenden; Beendigen; Widerrufen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
delven ausheben; graben; schaufeln
graven ausheben; graben; schaufeln aufgraben; ausgraben; graben
heffen anheben; aufheben; ausheben; emporheben; erheben; heben; hinaufbringen; hochheben; hochnehmen; hochziehen anheben; aufbringen; aufholen; aufhöhen; aufstocken; aufziehen; emporheben; erheben; erhöhen; heben; hinaufgehen; hinaufschrauben; hochheben; hochschrauben; hochziehen
ledigen ausheben; ausleeren; ausräumen; entleeren; herausnehmen; leeren ausgießen; ausleeren; ausnehmen; ausräumen; ausschütten; austrinken; entleeren; herausnehmen; leer trinken; leeren; leermachen
leeghalen ausheben; ausleeren; ausräumen; entleeren; herausnehmen; leeren ausnehmen; auspressen; ausräumen; herausnehmen; leermachen; plündern
leegmaken ausheben; ausleeren; ausräumen; entleeren; herausnehmen; leeren ausgießen; ausleeren; ausnehmen; ausräumen; ausschütten; austrinken; entleeren; herausnehmen; leer trinken; leeren; leermachen
legen ausheben; ausleeren; ausräumen; entleeren; herausnehmen; leeren
lichten anheben; aufheben; ausheben; emporheben; erheben; heben; hinaufbringen; hochheben; hochnehmen; hochziehen Briefkasten leeren; aufleuchten; beseitigen; blitzen; dämmern; entfernen; entnehmen; fortbringen; fortschaffen; herauslösen; herausziehen; leuchten; nach oben ziehen; tagen; vertreiben; wegschaffen; wegtun
loshalen ausheben; ausholen; ausnehmen; herausnehmen
naar buiten halen ausheben; ausholen; ausnehmen; herausnehmen
omhoog brengen anheben; aufheben; ausheben; emporheben; erheben; heben; hinaufbringen; hochheben; hochnehmen; hochziehen
omhoogheffen anheben; aufheben; ausheben; emporheben; erheben; heben; hinaufbringen; hochheben; hochnehmen; hochziehen anheben; aufheben; emporheben; heben; hochheben; hochnehmen; hochziehen
opheffen anheben; aufheben; ausheben; emporheben; erheben; heben; hinaufbringen; hochheben; hochnehmen; hochziehen abbrechen; abreißen; abschaffen; anbrechen; annullieren; aufbringen; aufdecken; aufdröseln; aufheben; aufholen; aufknoten; aufknöpfen; auflösen; aufmachen; aufziehen; auseinanderfasern; ausfasern; ausfransen; ausfädeln; beenden; brechen; emporheben; entbinden; entfesseln; entknoten; entkoppeln; enträtseln; entwirren; freilassen; hochheben; hochziehen; lösen; scheiden; trennen; unterbrechen; wider'rufen; widerrufen; zerbrechen; zerlegen; zerreißen
optillen anheben; aufheben; ausheben; emporheben; erheben; heben; hinaufbringen; hochheben; hochnehmen; hochziehen
tillen anheben; aufheben; ausheben; emporheben; erheben; heben; hinaufbringen; hochheben; hochnehmen; hochziehen bemogeln; beschwindeln; übertölpeln
uithalen ausheben; ausholen; ausnehmen; herausnehmen abhängen; abkoppeln; abtrennen; andrehen; aufknoten; auflösen; aufmachen; auftrennen; ausfädeln; aushecken; ausholen; ausmisten; ausnehmen; ausräumen; herausnehmen; leermachen; lockern; loshaken; loskoppeln; loslösen; losmachen; losziehen; lösen; treiben

Synoniemen voor "ausheben":


Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0335 seconde
Page rendered in 1.0 seconds