Duits
Uitgebreide vertaling voor ausgeschloßen (Duits) in het Nederlands
ausgeschloßen:
-
ausgeschloßen (unter Ausschluß von)
behalve; uitgezonderd; met uitsluiting van; buiten-
behalve bijvoeglijk naamwoord
-
uitgezonderd bijvoeglijk naamwoord
-
met uitsluiting van bijvoeglijk naamwoord
-
buiten bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor ausgeschloßen:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
uitgezonderd | ausgeschloßen; unter Ausschluß von | es sei denn; es wäre denn |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
behalve | ausgeschloßen; unter Ausschluß von | ausgenommen; außer; gedankenlos; trotz |
buiten | ausgeschloßen; unter Ausschluß von | ausgenommen; auswärts; außer; außer Hause; draußen; in die Natur; ohne |
met uitsluiting van | ausgeschloßen; unter Ausschluß von |