Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal ausfragen

Vertaal ausfragen van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ausfragen:

Duits

Uitgebreide vertaling voor ausfragen (Duits) in het Nederlands

ausfragen:

ausfragen werkwoord (frage aus, fragst aus, fragt aus, fragte aus, fragtet aus, ausgefragt)

  1. ausfragen (verhören; befragen; abhören; ausforschen)
    ondervragen; uitvragen; verhoren; overhoren; uithoren
    • ondervragen werkwoord (ondervraag, ondervraagt, ondervroeg, ondervroegen, ondervraagd)
    • uitvragen werkwoord (vraag uit, vraagt uit, vraagde uit, vraagden uit, uitgevraagd)
    • verhoren werkwoord (verhoor, verhoort, verhoorde, verhoorden, verhoord)
    • overhoren werkwoord (overhoor, overhoort, overhoorde, overhoorden, overhoord)
    • uithoren werkwoord (hoor uit, hoort uit, hoorde uit, hoorden uit, uitgehoord)

Conjugations for ausfragen:

Präsens
  1. frage aus
  2. fragst aus
  3. fragt aus
  4. fragen aus
  5. fragt aus
  6. fragen aus
Imperfekt
  1. fragte aus
  2. fragtest aus
  3. fragte aus
  4. fragten aus
  5. fragtet aus
  6. fragten aus
Perfekt
  1. habe ausgefragt
  2. hast ausgefragt
  3. hat ausgefragt
  4. haben ausgefragt
  5. habt ausgefragt
  6. haben ausgefragt
1. Konjunktiv [1]
  1. frage aus
  2. fragest aus
  3. frage aus
  4. fragen aus
  5. fraget aus
  6. fragen aus
2. Konjunktiv
  1. fragte aus
  2. fragtest aus
  3. fragte aus
  4. fragten aus
  5. fragtet aus
  6. fragten aus
Futur 1
  1. werde ausfragen
  2. wirst ausfragen
  3. wird ausfragen
  4. werden ausfragen
  5. werdet ausfragen
  6. werden ausfragen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde ausfragen
  2. würdest ausfragen
  3. würde ausfragen
  4. würden ausfragen
  5. würdet ausfragen
  6. würden ausfragen
Diverses
  1. frag aus!
  2. fragt aus!
  3. fragen Sie aus!
  5. ausgefragt
  6. ausfragend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor ausfragen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ondervragen abhören; ausforschen; ausfragen; befragen; verhören
overhoren abhören; ausforschen; ausfragen; befragen; verhören abhören; examinieren; kontrollieren; nachprüfen; nachsehen; prüfen; testen; überprüfen
uithoren abhören; ausforschen; ausfragen; befragen; verhören ausschöpfen
uitvragen abhören; ausforschen; ausfragen; befragen; verhören ausforschen; weiter fragen
verhoren abhören; ausforschen; ausfragen; befragen; verhören

Synoniemen voor "ausfragen":


Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1173 seconde
Page rendered in 1.0 seconds