Uitgebreide vertaling voor ausfaulen (Duits) in het Nederlands
ausfaulen:
-
ontbinden;
rotten;
vergaan;
verrotten;
wegrotten;
verteren
-
ontbinden
werkwoord
(ontbind, ontbindt, ontbond, ontbonden, ontbonden)
-
rotten
werkwoord
(rot, rotte, rotten, gerot)
-
vergaan
werkwoord
(verga, vergaat, verging, vergingen, vergaan)
-
verrotten
werkwoord
(verrot, verrotte, verrotten, verrot)
-
wegrotten
werkwoord
(rot weg, rotte weg, rotten weg, weggerot)
-
verteren
werkwoord
(verteer, verteert, verteerde, verteerden, verteerd)
Vertaal Matrix voor ausfaulen:
Computer vertaling door derden: