Duits
Uitgebreide vertaling voor auserwählt (Duits) in het Nederlands
auserwählt:
-
auserwählt (gewählt; auserkoren)
-
auserwählt (auserkoren; ausgesucht; ausgewählt; ausgelesen; auserlesen)
geselecteerd; waaraan voorkeur is gegeven; verkozen; uitgezocht-
geselecteerd bijvoeglijk naamwoord
-
waaraan voorkeur is gegeven bijvoeglijk naamwoord
-
verkozen bijvoeglijk naamwoord
-
uitgezocht bijvoeglijk naamwoord
-
-
auserwählt (tierbare; geliebte; auserkoren; allerliebst)
-
auserwählt (auserkoren; ausgewählt; gewählt; bevorzugt; ausgelesen)
uitverkoren-
uitverkoren bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor auserwählt:
Synoniemen voor "auserwählt":
Computer vertaling door derden: