Duits
Uitgebreide vertaling voor aus dem Weg gehen (Duits) in het Nederlands
aus dem Weg gehen:
-
aus dem Weg gehen (vermeiden; ausweichen)
vermijden; mijden; ontlopen; ontwijken; uit de weg gaan-
uit de weg gaan werkwoord (ga uit de weg, gaat uit de weg, ging uit de weg, gingen uit de weg, gingen uit de weg)
Vertaal Matrix voor aus dem Weg gehen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mijden | Ausweichen; Meiden; Vermeiden; Vermeidung | |
ontlopen | Ausweichen; Meiden; Vermeiden; Vermeidung | |
ontwijken | Ausweichen; Meiden; Vermeiden; Vermeidung | |
vermijden | Meiden; Vermeiden | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mijden | aus dem Weg gehen; ausweichen; vermeiden | |
ontlopen | aus dem Weg gehen; ausweichen; vermeiden | entgehen; entlaufen; entweichen; vermeiden |
ontwijken | aus dem Weg gehen; ausweichen; vermeiden | entgehen; entlaufen; entweichen; vermeiden |
uit de weg gaan | aus dem Weg gehen; ausweichen; vermeiden | auswandern; ausweichen; emigrieren; fliehen |
vermijden | aus dem Weg gehen; ausweichen; vermeiden | entgehen; entlaufen; entweichen; vermeiden |
Synoniemen voor "aus dem Weg gehen":
Wiktionary: aus dem Weg gehen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aus dem Weg gehen | → ontwijken | ↔ shun — to avoid |