Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. aufständisch:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor aufständisch (Duits) in het Nederlands

aufständisch:

aufständisch bijvoeglijk naamwoord

  1. aufständisch (rebellisch; aufsässig; revolutionär; aufrührerisch)
    opstandig; revolutionair; oproerig; rebels
  2. aufständisch (aufrührerisch)
    ophitsend; opstokend

Vertaal Matrix voor aufständisch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
revolutionair Revolutionär
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oproerig aufrührerisch; aufständisch; aufsässig; rebellisch; revolutionär
opstandig aufrührerisch; aufständisch; aufsässig; rebellisch; revolutionär aufsässig; schwerhandhabbar; starrsinnig; steuerlos; störrisch; trotzig; ungebärdig; unhandlich; unlenkbar; widerborstig; widerspenstig
rebels aufrührerisch; aufständisch; aufsässig; rebellisch; revolutionär
revolutionair aufrührerisch; aufständisch; aufsässig; rebellisch; revolutionär bahnbrechend; revolutionär
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ophitsend aufrührerisch; aufständisch
opstokend aufrührerisch; aufständisch

Synoniemen voor "aufständisch":


Wiktionary: aufständisch


Cross Translation:
FromToVia
aufständisch opstandig insurgent — rebellious