Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. auffächern:


Duits

Uitgebreide vertaling voor auffächern (Duits) in het Nederlands

auffächern:

auffächern werkwoord

  1. auffächern
    uitwaaieren
    • uitwaaieren werkwoord (waaier uit, waaiert uit, waaierde uit, waaierden uit, uitgewaaierd)

Vertaal Matrix voor auffächern:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitwaaieren auffächern ausschwermen; sich ausspreiten

Synoniemen voor "auffächern":

  • fächerartig ausbreiten

Computer vertaling door derden: