Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal aufbieten

Vertaal aufbieten van Duits naar Nederlands

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

aufbieten:
- oproepen; ontbieden; laten komen; tevoorschijn roepen
Wiktionary:
- aufbieten → afkondigen, openbaar maken, publiceren, ruchtbaar maken, adverteren, annonceren, aankondigen, aandienen

Duits

Uitgebreide vertaling voor aufbieten (Duits) in het Nederlands

aufbieten:

aufbieten werkwoord (biete auf, bietest auf, bietet auf, bot auf, botet auf, aufgeboten)

aufbieten (kommen lassen; aufrufen; vorladen; rufen; einberufen; herbeirufen; zu sich rufen)
oproepen; ontbieden; laten komen; tevoorschijn roepen
- oproepen werkwoord (roep op, roept op, riep op, riepen op, opgeroepen)
- ontbieden werkwoord (ontbied, ontbiedt, ontbood, ontboden, ontboden)
- laten komen werkwoord (laat komen, liet komen, lieten komen, laten komen)
- tevoorschijn roepen werkwoord

Conjugations for aufbieten:

Präsens

biete auf
bietest auf
bietet auf
bieten auf
bietet auf
bieten auf

Imperfekt

bot auf
botest auf
bot auf
boten auf
botet auf
boten auf

Perfekt

habe aufgeboten
hast aufgeboten
hat aufgeboten
haben aufgeboten
habt aufgeboten
haben aufgeboten

1. Konjunktiv [1]

biete auf
bietest auf
biete auf
bieten auf
bietet auf
bieten auf

2. Konjunktiv

böte auf
bötest auf
böte auf
böten auf
bötet auf
böten auf

Futur 1

werde aufbieten
wirst aufbieten
wird aufbieten
werden aufbieten
werdet aufbieten
werden aufbieten

1. Konjunktiv [2]

würde aufbieten
würdest aufbieten
würde aufbieten
würden aufbieten
würdet aufbieten
würden aufbieten

Diverses

biete auf
bietet auf!
bieten Sie auf!
aufgeboten
aufbietend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor aufbieten:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
laten komen	aufbieten; aufrufen; einberufen; herbeirufen; kommen lassen; rufen; vorladen; zu sich rufen
ontbieden	aufbieten; aufrufen; einberufen; herbeirufen; kommen lassen; rufen; vorladen; zu sich rufen	auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen
oproepen	aufbieten; aufrufen; einberufen; herbeirufen; kommen lassen; rufen; vorladen; zu sich rufen	auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen
tevoorschijn roepen	aufbieten; aufrufen; einberufen; herbeirufen; kommen lassen; rufen; vorladen; zu sich rufen

Synoniemen voor "aufbieten":

einsetzen

Wiktionary: aufbieten

Cross Translation:

From	To	Via
• aufbieten	→ afkondigen; openbaar maken; publiceren; ruchtbaar maken; adverteren; annonceren; aankondigen; aandienen	↔ publier — rendre public et notoire.