Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. anmahnen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor anmahnen (Duits) in het Nederlands

anmahnen:

anmahnen werkwoord

  1. anmahnen (mahnen; auffordern; ermahnen; fordern)
    aanmanen; aanmanen tot een verplichting; sommeren; manen

Vertaal Matrix voor anmahnen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmanen anmahnen; auffordern; ermahnen; fordern; mahnen
aanmanen tot een verplichting anmahnen; auffordern; ermahnen; fordern; mahnen
manen anmahnen; auffordern; ermahnen; fordern; mahnen bestrafen; ermahnen; jemanden anspornen; mahnen; mit Nchdruck daran erinnern; rügen; schelten; tadeln; verweisen; warnen; zurechtweisen
sommeren anmahnen; auffordern; ermahnen; fordern; mahnen auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen

Synoniemen voor "anmahnen":