Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. anhaftend:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor anhaftend (Duits) in het Nederlands

anhaftend:

anhaftend bijvoeglijk naamwoord

  1. anhaftend (angeboren)
    inherent; eigen

Vertaal Matrix voor anhaftend:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eigen angeboren; anhaftend eigen; eingeboren; einheimisch; von Natur aus anwesend sein
inherent angeboren; anhaftend

Synoniemen voor "anhaftend":

  • einer Sache innewohnend; inhärent; intrinsisch; von innen kommend

Wiktionary: anhaftend


Cross Translation:
FromToVia
anhaftend kleverig; klevend; aanklevend; adhesief adhésif — Qui adhérer.