Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- anhänglich:
-
Wiktionary:
- anhänglich → aanhankelijk, gehecht, opofferingsgezind, toegenegen
Duits
Uitgebreide vertaling voor anhänglich (Duits) in het Nederlands
anhänglich:
-
anhänglich (ergeben; zugetan)
aanhankelijk-
aanhankelijk bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor anhänglich:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aanhankelijk | anhänglich; ergeben; zugetan |
Wiktionary: anhänglich
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• anhänglich | → aanhankelijk; gehecht; opofferingsgezind; toegenegen | ↔ affectueux — Qui montre de l’affection, de l’amour. |