Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. anhänglich:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor anhänglich (Duits) in het Nederlands

anhänglich:

anhänglich bijvoeglijk naamwoord

  1. anhänglich (ergeben; zugetan)
    aanhankelijk

Vertaal Matrix voor anhänglich:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanhankelijk anhänglich; ergeben; zugetan

Wiktionary: anhänglich


Cross Translation:
FromToVia
anhänglich aanhankelijk; gehecht; opofferingsgezind; toegenegen affectueux — Qui montre de l’affection, de l’amour.