Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. anbei:
  2. Gebruikers suggesties voor anbei:
    • in bijlage


Duits

Uitgebreide vertaling voor anbei (Duits) in het Nederlands

anbei:

anbei bijvoeglijk naamwoord

  1. anbei (beigeschlossen; beigefügt)
    bijgesloten; bijgevoegd; bijgaand
  2. anbei (beiliegend; beigefügt; beigeschlossen)
    inliggend

Vertaal Matrix voor anbei:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijgaand anbei; beigefügt; beigeschlossen
bijgesloten anbei; beigefügt; beigeschlossen zugehörig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijgevoegd anbei; beigefügt; beigeschlossen
inliggend anbei; beigefügt; beigeschlossen; beiliegend

Synoniemen voor "anbei":