Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- analog:
-
Wiktionary:
- analog → analoog
- analog → analoog, analoge, gelijksoortig, overeenkomend, overeenkomstig
Duits
Uitgebreide vertaling voor analog (Duits) in het Nederlands
analog:
-
analog (gleichartig; gleichwertig; gleichförmig; identisch; homogen; einander entsprechend; einander gleich)
analoog; soortgelijk; gelijksoortig; gelijkaardig; gelijkslachtig-
analoog bijvoeglijk naamwoord
-
soortgelijk bijvoeglijk naamwoord
-
gelijksoortig bijvoeglijk naamwoord
-
gelijkaardig bijvoeglijk naamwoord
-
gelijkslachtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
analog
Vertaal Matrix voor analog:
Synoniemen voor "analog":
Wiktionary: analog
analog
Cross Translation:
adjective
analog
-
allgemein: ähnlich, entsprechend, gleichartig, vergleichbar
- analog → analoog
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• analog | → analoog | ↔ analog — represented by a continuously variable physical quantity |
• analog | → analoog; analoge | ↔ analogous — having analogy; corresponding to something else |
• analog | → gelijksoortig; overeenkomend; overeenkomstig | ↔ analogue — Qui présente une analogie avec une autre chose. |