Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. an haben:


Duits

Uitgebreide vertaling voor an haben (Duits) in het Nederlands

an haben:

an haben werkwoord

  1. an haben (tragen)
    dragen; aan hebben
    • dragen werkwoord (draag, draagt, droeg, droegen, gedragen)
    • aan hebben werkwoord (heb aan, habt aan, heeft aan, had aan, hadden aan, aan gehad)

Vertaal Matrix voor an haben:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aan hebben an haben; tragen
dragen an haben; tragen abstützen; ausgestreckt halten; aushalten; ausharren; durchhalten; entlasten; ertragen; stützen; tragen; unterstützen

Verwante vertalingen van an haben