Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal alt

Vertaal alt van Duits naar Nederlands

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

alt:
- oud; bejaard; ouder; ouwelijk
Wiktionary:
- alt → oud
- alt → oud, oudheid, aloud, antiek, ouderwets, bejaard, vergevorderd, aftands, bouwvallig, gammel, uitgeleefd, uitgewoond, wrak

Duits

Uitgebreide vertaling voor alt (Duits) in het Nederlands

alt:

alt bijvoeglijk naamwoord

alt
oud; bejaard
- oud bijvoeglijk naamwoord
- bejaard bijvoeglijk naamwoord
alt
ouder
- ouder bijvoeglijk naamwoord
alt
bejaard; ouwelijk
- bejaard bijvoeglijk naamwoord
- ouwelijk bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor alt:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ouder		Elternteil; Vater
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bejaard	alt
oud	alt	abgelebt; abgenutzt; altertümlich; antik; schal; veraltet; verschlissen
ouwelijk	alt
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ouder	alt

Synoniemen voor "alt":

antiquarisch
altertümlich; antik; archaisch; frühzeitlich
altbacken
betagt; in die Jahre gekommen; oll
damalig; ehemalig; einstig; einstmalig; früher; seinerzeitig; vormalig

Wiktionary: alt

alt

adjective

vor langer Zeit gemacht oder geschehen
- alt → oud

alt

adjective

oud mens, dier
- oud → alt
oud ding, concept
- oud → alt

Cross Translation:

From	To	Via
• alt	→ oud	↔ back — not current
• alt	→ oud	↔ old — of an object, concept, etc: having existed for a relatively long period of time
• alt	→ oud	↔ old — of a living being: having lived for relatively many years
• alt	→ oudheid	↔ ancien — Qui exister depuis très longtemps.
• alt	→ aloud; antiek; ouderwets	↔ antique — exister dans l’antiquité.
• alt	→ bejaard; oud; vergevorderd; aftands; bouwvallig; gammel; uitgeleefd; uitgewoond; wrak	↔ vieux — D’un certain âge (relatif à un autre).
• alt	→ oud	↔ âgé — Qui a un certain nombre d’années, un certain âge.