Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. alle:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor alle (Duits) in het Nederlands

alle:

alle bijvoeglijk naamwoord

  1. alle (gesamt)
    alle
    • alle bijvoeglijk naamwoord
  2. alle
    allemaal; allen
  3. alle (jeder; einjeder; jedes; jede)
    iedereen; ieder; elk; elkeen; allen
    • iedereen bijvoeglijk naamwoord
    • ieder bijvoeglijk naamwoord
    • elk bijvoeglijk naamwoord
    • elkeen bijvoeglijk naamwoord
    • allen bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor alle:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allemaal alle alles; ganz; gänzlich; komplett; total; vollkommen; vollständig; völlig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alle alle; gesamt
allen alle; einjeder; jede; jeder; jedes
elk alle; einjeder; jede; jeder; jedes jede
elkeen alle; einjeder; jede; jeder; jedes
ieder alle; einjeder; jede; jeder; jedes
iedereen alle; einjeder; jede; jeder; jedes

Synoniemen voor "alle":


Wiktionary: alle

alle
adjective
  1. mitteldeutsch und norddeutsch, (umgangssprachlich): leer, nicht mehr vorrätig
alle
pronoun
  1. elke, geen, uitgezonderd
  2. alle
  3. al het mogelijke, de gehele verzameling of hoeveelheid zonder uitzondering
number
  1. hoofdtelwoord

Cross Translation:
FromToVia
alle al; alle all — every individual of the given class
alle enig any — at least one (kind)
alle ieder; elk each — every
alle allen; iedereen everybody — all people
alle iedereen; iegelijk; allemaal; allen; elkeen everyone — every person

Verwante vertalingen van alle