Duits

Uitgebreide vertaling voor abnehmend (Duits) in het Nederlands

abnehmend:

abnehmend bijvoeglijk naamwoord

  1. abnehmend
    verminderend; slinkend; minderend
  2. abnehmend
    afnemend; achteruitgaand; vervallend

abnehmend werkwoord

  1. abnehmend (schwindend)
    afnemend; tanend; slinkend

Vertaal Matrix voor abnehmend:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afnemend abnehmend; schwindend
slinkend abnehmend; schwindend
tanend abnehmend; schwindend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achteruitgaand abnehmend schwächer werdend
afnemend abnehmend
minderend abnehmend
slinkend abnehmend einlaufend; einschrumpfend
tanend verblassend; vergilbend
verminderend abnehmend
vervallend abnehmend

Synoniemen voor "abnehmend":

  • mancando; nachlassend; Tonstärke u. Tempo zurücknehmend