Zustand in het Nederlands vertaald uit het Duits

Duits

Uitgebreide vertaling voor Zustand (Duits) in het Nederlands

der Zustand (Beschaffenheit; Kondition; Gemütszustand)
de toestand; de staat; de gesteldheid; de positie
- toestand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- staat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- gesteldheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- positie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
der Zustand (Kondition; Verfassung; Beschaffenheit)
de toestand; de staat; de conditie
- toestand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- staat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- conditie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
der Zustand (Lage; Position; Standort; Verfassung; Stand)
de positie; de ligging
- positie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ligging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
der Zustand (Status)
de status
- status [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Zustand
toestand
- toestand

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
conditie	Beschaffenheit; Kondition; Verfassung; Zustand	Bedingung; Beschaffenheit; Bildung; Forderung; Form; Gestalt; Gestaltung; Klausel; Kondition; Kriterium; Maßstab; Verfassung; Voraussetzung; Vorbehalt
gesteldheid	Beschaffenheit; Gemütszustand; Kondition; Zustand	Art; Beschaffenheit; Eigenschaft; Qualität
ligging	Lage; Position; Stand; Standort; Verfassung; Zustand	Drehort; Lokation
positie	Beschaffenheit; Gemütszustand; Kondition; Lage; Position; Stand; Standort; Verfassung; Zustand	Arbeitsverhältnis; Dienststelle; Dienstverhältnis; Position; Stellung; Stellungnahme
staat	Beschaffenheit; Gemütszustand; Kondition; Verfassung; Zustand	Aufführung; Aufstellung; Aufzählung; Land; Liste; Nation; Reich; Staat; Tabelle; Verzeichnis
status	Status; Zustand	Ansehen; Genehmigungsstatus; Integrität; Onlinestatus; Prestige; Status; Verfügbarkeit; Zahlungsstatus
toestand	Beschaffenheit; Gemütszustand; Kondition; Verfassung; Zustand	Getue; Scherereien; Situation; Trara; Umstand; Umstände
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
toestand	Zustand	Status

Zustand

noun

Zustand

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Zustand	→ conditie	↔ condition — health status of a patient
• Zustand	→ toestand	↔ condition — state of an object
• Zustand	→ staat; status	↔ shape — status or condition
• Zustand	→ staat	↔ state — a condition
• Zustand	→ situatie; ligging; toestand	↔ situation — position d’une ville, d’un château, d’une maison, d’un jardin, etc.
• Zustand	→ staat; constellatie; gesteldheid; situatie; stand; toestand	↔ état — Disposition de quelqu’un, de quelque chose