Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Zusammenarbeit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zusammenarbeit (Duits) in het Nederlands

Zusammenarbeit:

Zusammenarbeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Zusammenarbeit (Zusammenwirken; gemeinsame Arbeit)
    de samenwerking; het samenwerkingsverband
  2. die Zusammenarbeit (Mitarbeit; Mitwirkung; Mithilfe; Zusammenwirkung; gemeinsame Arbeit)
    de coöperatie; de medewerking

Vertaal Matrix voor Zusammenarbeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
coöperatie Mitarbeit; Mithilfe; Mitwirkung; Zusammenarbeit; Zusammenwirkung; gemeinsame Arbeit Betrieb; Bruderschaft; Brüderschaft; Bund; Bündnis; Firma; Gemeinschaft; Genossenschaft; Gesellschaftsfirma; Gilde; Kameradschaft; Klub; Korporation; Verband; Verbindung; Verein; Vereinigung
medewerking Mitarbeit; Mithilfe; Mitwirkung; Zusammenarbeit; Zusammenwirkung; gemeinsame Arbeit Assistenz
samenwerking Zusammenarbeit; Zusammenwirken; gemeinsame Arbeit Kollaboration
samenwerkingsverband Zusammenarbeit; Zusammenwirken; gemeinsame Arbeit Bruderschaft; Brüderschaft; Bund; Bündnis; Gemeinschaft; Genossenschaft; Gilde; Kameradschaft; Klub; Korporation; Verband; Verbindung; Verein; Vereinigung

Synoniemen voor "Zusammenarbeit":


Wiktionary: Zusammenarbeit

Zusammenarbeit
noun
  1. het samenwerken van meerdere personen

Cross Translation:
FromToVia
Zusammenarbeit samenwerking; samenwerken collaboration — act of collaborating
Zusammenarbeit collaboratie collaboration — treasonous cooperation
Zusammenarbeit samenwerking cooperation — act of cooperating or being cooperative
Zusammenarbeit samenwerking; medewerking collaboration — Travail commun
Zusammenarbeit samenwerking; coöperatie coopérationaction de coopérer.

Computer vertaling door derden: