Zigarette in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Duits

Uitgebreide vertaling voor Zigarette (Duits) in het Nederlands

die Zigarette (Kippe)
de sigaret; de stinkstok; de peuk
- sigaret [de ~] zelfstandig naamwoord
- stinkstok [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- peuk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Fluppe; Glimmstängel; Kippe; Lulle; Lunte; Sargnagel; Tschick; Ziese; Zippe; Betäubungsmittel; Dope; Droge; Rauschgift; Rauschmittel; Stoff; Suchtgift; Suchtmittel; Suchtstoff

Zigarette

noun

Zigarette

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Zigarette	→ saffiaantje; sigaret	↔ cigarette — cigarette
• Zigarette	→ sigaret; saffiaantje	↔ cigarette — Petit cylindre de tabac finement haché entouré d'une feuille de papier fin, que l'on fume.