Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- Zauber:
-
Wiktionary:
- Zauber → magie
- Zauber → toverkracht, toverij, magie, toverkunst, betovering
Duits
Uitgebreide vertaling voor Zauber (Duits) in het Nederlands
Zauber:
-
der Zauber (Anmut; Scharm; Reiz; Bezauberung; Grazie; Lieblichkeit; Liebreiz)
de aantrekkingskracht; de charme; de aanlokkelijkheid; de bekoring; de bekoorlijkheid; de gratie; de aantrekkelijkheid -
der Zauber (Reiz; Bezauberung; Anmut; Charme; Versuchung; Verführung)
de aantrekkelijkheid; de fascinatie; de betovering; de aanlokkelijkheid; de bekoring; de bekoorlijkheid -
der Zauber (Zauberei)
-
der Zauber (Zauberkunst; Zauberei; Magie; Gaukelei; Hokuspokus)
de toverkunst
Vertaal Matrix voor Zauber:
Synoniemen voor "Zauber":
Wiktionary: Zauber
Zauber
Cross Translation:
noun
-
übernatürliche Wirkung, magische Manipulation, die nicht den Naturgesetzen unterliegt; unerklärlicher Vorgang
- Zauber → magie
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Zauber | → toverkracht; toverij; magie; toverkunst | ↔ magic — use of supernatural rituals, forces etc. |
• Zauber | → toverij; magie | ↔ magic — something spectacular or wonderful |
• Zauber | → betovering | ↔ spell — magical effect of such incantation |
• Zauber | → toverij | ↔ charme — Sort |
• Zauber | → toverij | ↔ enchantement — propre|fr ou (figuré) action d’enchanter; ou résultat de cette action. |
• Zauber | → magie; toverkunst | ↔ magie — fanta|fr art prétendre auquel on attribuer le pouvoir d’opérer, par des moyens occultes, des effets surprenants et merveilleux. |
• Zauber | → toverij | ↔ sortilège — action de jeter un sort ; maléfice, artifice de sorcier. |