Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- Zäsur:
-
Wiktionary:
- Zäsur → cesuur, beker, bokaal, cup, drinkbeker
Duits
Uitgebreide vertaling voor Zäsur (Duits) in het Nederlands
Zäsur:
-
die Zäsur (Verseinschnitt)
de ketelsteen -
die Zäsur
Vertaal Matrix voor Zäsur:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cesuur | Zäsur | |
ketelsteen | Verseinschnitt; Zäsur |