Duits
Uitgebreide vertaling voor Zählen (Duits) in het Nederlands
Zählen:
-
Zählen (Abzählen)
Vertaal Matrix voor Zählen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
tel | Abzählen; Zählen | Augenblick; Moment; Sekunde |
tellen | Abzählen; Zählen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
tellen | abzählen; zählen |
Computer vertaling door derden: