Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal Wohlwollen

Vertaal Wohlwollen van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Wohlwollen:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Wohlwollen (Duits) in het Nederlands

Wohlwollen:

Wohlwollen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Wohlwollen
    de welwillendheid; gunstige gezindheid
  2. Wohlwollen (Entgegenkommen)
    de goedwillendheid; de welwillendheid
  3. Wohlwollen (Sympathie)
    de ingenomenheid
  4. Wohlwollen (Güte)
    goedwilligheid

Wohlwollen [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Wohlwollen (Zuvorkommendheit; Dienstbereitschaft; Dienstbarkeit; )
    de voorkomendheid; gedienstige handeling; de dienst; de gedienstigheid
  2. der Wohlwollen (Freundschaftlichkeit; Herzlichkeit; Freundlichkeit; Jovialität)
    de hartelijkheid; de vriendschappelijkheid

Vertaal Matrix voor Wohlwollen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dienst Anspruchslosigkeit; Bescheidenheit; Dienstbarkeit; Dienstbereitschaft; Dienstfertigkeit; Entgegenkommen; Folgsamkeit; Gefälligkeit; Gefügigkeit; Gehorsam; Genügsamkeit; Wohlwollen; Zuvorkommendheit Dienst; Dienstpflicht; Dienststelle; Gefälligkeit; Gottesdienst; Gunst; Institut; Messe; Schenkung; Sold; Spende; Stelle; Stiftung; Zuwendung
gedienstige handeling Anspruchslosigkeit; Bescheidenheit; Dienstbarkeit; Dienstbereitschaft; Dienstfertigkeit; Entgegenkommen; Folgsamkeit; Gefälligkeit; Gefügigkeit; Gehorsam; Genügsamkeit; Wohlwollen; Zuvorkommendheit
gedienstigheid Anspruchslosigkeit; Bescheidenheit; Dienstbarkeit; Dienstbereitschaft; Dienstfertigkeit; Entgegenkommen; Folgsamkeit; Gefälligkeit; Gefügigkeit; Gehorsam; Genügsamkeit; Wohlwollen; Zuvorkommendheit Dienstfertigkeit; Hilfsbereitschaft
goedwillendheid Entgegenkommen; Wohlwollen
goedwilligheid Güte; Wohlwollen
gunstige gezindheid Wohlwollen
hartelijkheid Freundlichkeit; Freundschaftlichkeit; Herzlichkeit; Jovialität; Wohlwollen Freundlichkeit; Gastfreiheit; Gastfreundschaft; Heiterkeit; Innigkeit; Jovialität; Sanftheit; Sanftmut; Zärtlichkeit
ingenomenheid Sympathie; Wohlwollen
voorkomendheid Anspruchslosigkeit; Bescheidenheit; Dienstbarkeit; Dienstbereitschaft; Dienstfertigkeit; Entgegenkommen; Folgsamkeit; Gefälligkeit; Gefügigkeit; Gehorsam; Genügsamkeit; Wohlwollen; Zuvorkommendheit
vriendschappelijkheid Freundlichkeit; Freundschaftlichkeit; Herzlichkeit; Jovialität; Wohlwollen
welwillendheid Entgegenkommen; Wohlwollen Duldsamkeit; Erwägung; Freigebigkeit; Gutartigkeit; Gutherzigkeit; Gutmütigkeit; Güte; Konzession; Liebeswerk; Milde; Mildtätigkeit; Nachgiebigkeit; Nachsicht; Rücksichtnahme; Sanftheit; Sanftmut; Toleranz; Verträglichkeit; Weiche; Weichheit; Wohltat; Wohltätigkeit

Synoniemen voor "Wohlwollen":


Wiktionary: Wohlwollen

Wohlwollen
noun
  1. het goedwillend zijn
  2. het welwillend zijn
Cross Translation:
FromToVia
• Wohlwollen → attentie; vriendelijke daad; vriendelijk woord; liefheid; voorkomendheid; vriendelijkheid ↔ amabilité — qualité d’une personne aimable.
• Wohlwollen → liefheid; voorkomendheid; vriendelijkheid ↔ aménité — (vieilli) rare|fr agrément, parler d’un lieu ou d’un air.
• Wohlwollen → liefheid; voorkomendheid; vriendelijkheid; bereidvaardigheid; schikkelijkheid; toeschietelijkheid ↔ obligeance — soutenu|fr disposition à se montrer obligeant, serviable.

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0347 seconde
Page rendered in 1.0 seconds