Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
-
Wissen:
- weten; kennis; wetenschap; kunst; handigheid; truc; toer; kneep; geleerdheid; kundigheid; kunde
-
Wiktionary:
- Wissen → weten, kennis
- Wissen → weten, kennis, wetenschap, medeweten, ervaring, kenvermogen, kunde, verstand, kennen, besef, bewustzijn, bezinning, bekendheid, bekende, relatie
Duits
Uitgebreide vertaling voor Wissen (Duits) in het Nederlands
Wissen:
-
Wissen (Kenntnis; Sachverstand; Wissenschaft; Gelehrtheit)
-
Wissen (Wissenschaft; Fachwissen)
-
Wissen (Geschicklichkeit; Kunst; Künste; Trick; Kniff; Gewandtheit; Geschicktheit; Tüchtigkeit; Sachverstand; Kenntnis; Fertigkeit; Gelehrtheit)
-
Wissen (Gelehrtheit; Kenntnis; Sachverstand)
de geleerdheid -
Wissen (Können; Fähigkeit; Kenntnisse; Tüchtigkeit; Kunst; Könnerschaft)
-
Wissen
Vertaal Matrix voor Wissen:
Synoniemen voor "Wissen":
Wiktionary: Wissen
Wissen
Cross Translation:
noun
Wissen
-
Kenntnis und Verständnis von Fakten, Wahrheiten und Informationen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Wissen | → weten; kennis; wetenschap | ↔ knowledge — fact of knowing about something; understanding, familiarity with information |
• Wissen | → medeweten; weten | ↔ knowledge — awareness, state of having been informed |
• Wissen | → weten; wetenschap | ↔ science — fact of knowing something |
• Wissen | → kennis; ervaring; wetenschap | ↔ science — knowledge gained through study or practice |
• Wissen | → kenvermogen; kennis; kunde; medeweten; verstand; weten; wetenschap; kennen; besef; bewustzijn; bezinning; bekendheid; bekende; relatie | ↔ connaissance — Idée, notion qu’on a de quelque chose, de quelqu’un; le fait de le connaître |
Computer vertaling door derden: