Wiederholung in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Wiederholung:
- herhaling; herhaalde oefening; repetitie; reprise; nog eens doen; heruitzending
Wiktionary:
- Wiederholung → herhaling
- Wiederholung → herhaling, herziening, repetitie, herneming, herroeping, hervatting, ronde

Duits

Uitgebreide vertaling voor Wiederholung (Duits) in het Nederlands

die Wiederholung (Wiederfolte Übung; Repetieren)
de herhaling; herhaalde oefening; de repetitie
- herhaling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- herhaalde oefening [znw.] zelfstandig naamwoord
- repetitie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Wiederholung
de reprise; de herhaling; nog eens doen
- reprise [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- herhaling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- nog eens doen [znw.] zelfstandig naamwoord
die Wiederholung
de herhaling
- herhaling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Wiederholung (wiederholte Ausstrahlung)
de herhaling; de heruitzending
- herhaling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- heruitzending [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
herhaalde oefening	Repetieren; Wiederfolte Übung; Wiederholung
herhaling	Repetieren; Wiederfolte Übung; Wiederholung; wiederholte Ausstrahlung
heruitzending	Wiederholung; wiederholte Ausstrahlung
nog eens doen	Wiederholung
repetitie	Repetieren; Wiederfolte Übung; Wiederholung	Abgangsprüfung; Erprobung; Examen; Generalprobe; Klassenarbeit; Meisterprüfung; Proben; Prüfung; Repetieren; Test
reprise	Wiederholung

Wiederkehr; Iteration; Repetition; Rotation; Rückkehr; Turnus; Wiederaufflammung; Wiederauftauchen

Wiederholung

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Wiederholung	→ herhaling	↔ repetition — act or an instance of repeating or being repeated
• Wiederholung	→ herziening	↔ revision — act of revising
• Wiederholung	→ herhaling; repetitie; herneming; herroeping; hervatting; ronde	↔ reprise — action de reprendre.