Duits

Uitgebreide vertaling voor Widerstand (Duits) in het Nederlands

Widerstand:

Widerstand [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Widerstand (Gegendruck)
    de weerstand; het tegengewicht; de tegendruk; het tegenwicht
  2. der Widerstand (Krawall; Aufstand; Volksaufstand; )
    de opstand; de rel; het opstootje; het oproer; het vuistgevecht; het volksoproer
    • opstand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • rel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • opstootje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • oproer [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vuistgevecht [het ~] zelfstandig naamwoord
    • volksoproer [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Widerstand (Sabotage; Gegenwirkung; Gegenwind; Gegengewicht)
    de tegenwerking; de sabotage
  4. der Widerstand (Widerstandsbewegung; Untergrundbewegung)
    de verzetsorganisatie

Vertaal Matrix voor Widerstand:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oproer Auflauf; Auflehnung; Aufruhr; Aufstand; Empörung; Erhebung; Krawall; Rebellion; Schlägerei; Tumult; Volksaufstand; Volkserhebung; Widerstand
opstand Auflauf; Auflehnung; Aufruhr; Aufstand; Empörung; Erhebung; Krawall; Rebellion; Schlägerei; Tumult; Volksaufstand; Volkserhebung; Widerstand Auflehnung; Aufruhr; Aufstand; Erhebung; Rebellion; Volksaufstand; Volkserhebung
opstootje Auflauf; Auflehnung; Aufruhr; Aufstand; Empörung; Erhebung; Krawall; Rebellion; Schlägerei; Tumult; Volksaufstand; Volkserhebung; Widerstand Aufregung; Aufruhr; Krach; Krawall; Ordnungswidrigkeit; Radau
rel Auflauf; Auflehnung; Aufruhr; Aufstand; Empörung; Erhebung; Krawall; Rebellion; Schlägerei; Tumult; Volksaufstand; Volkserhebung; Widerstand Aufregung; Aufruhr; Krach; Krawall; Ordnungswidrigkeit; Radau
sabotage Gegengewicht; Gegenwind; Gegenwirkung; Sabotage; Widerstand
tegendruk Gegendruck; Widerstand
tegengewicht Gegendruck; Widerstand
tegenwerking Gegengewicht; Gegenwind; Gegenwirkung; Sabotage; Widerstand
tegenwicht Gegendruck; Widerstand
verzetsorganisatie Untergrundbewegung; Widerstand; Widerstandsbewegung
volksoproer Auflauf; Auflehnung; Aufruhr; Aufstand; Empörung; Erhebung; Krawall; Rebellion; Schlägerei; Tumult; Volksaufstand; Volkserhebung; Widerstand
vuistgevecht Auflauf; Auflehnung; Aufruhr; Aufstand; Empörung; Erhebung; Krawall; Rebellion; Schlägerei; Tumult; Volksaufstand; Volkserhebung; Widerstand Boxkampf; Faustkampf
weerstand Gegendruck; Widerstand Auflehnung; Aufruhr; Aufstand; Erhebung; Fähigkeit; Rebellion; Volksaufstand; Volkserhebung

Synoniemen voor "Widerstand":


Wiktionary: Widerstand

Widerstand
noun
  1. Technik: Bauelement zur Realisierung eines Widerstandes [2]
  2. Politik: Gruppe, deren Aktivitäten sich gegen Handlungen von Obrigkeit, Regierung oder ähnliche Instanzen richten; Kurzform von Widerstandsbewegung
  3. Physik: Verhältnis des Potentialunterschieds zum Strom; Kehrwert der Leitfähigkeit
Widerstand
noun
  1. verzet
  2. het iemend tegenwerken
  3. verdediging
  4. tegenstand
  5. handelingen gericht tegen de heersende macht of de aanvallende vijand
  6. een reactie die poogt een bepaalde actie tegen te werken
  7. de tegenstand die een stroom in een geleider ondervindt
  8. een elektronica-onderdeel

Cross Translation:
FromToVia
Widerstand luchtweerstand drag — resistance of the air or some other fluid
Widerstand weerstand resistance — act of resisting
Widerstand verzet resistance — underground organization struggling for liberation
Widerstand weerstand resistor — an electric component that transmits current in direct proportion to the voltage across it
Widerstand verzet; weerstand; tegenkanting; tegenstand; tegenweer résistancequalité par laquelle un corps résister à l’action d’un autre corps.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Widerstand