Wendigkeit in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Wendigkeit:
- lenigheid; soepelheid; souplesse; wendbaarheid; beweeglijkheid; ongedurigheid; flexibiliteit; buigzaamheid; volgzaamheid; meegaandheid

Duits

Uitgebreide vertaling voor Wendigkeit (Duits) in het Nederlands

die Wendigkeit (Flexibilität; Biegsamkeit)
de lenigheid; de soepelheid; de souplesse
- lenigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- soepelheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- souplesse [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Wendigkeit
de wendbaarheid
- wendbaarheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Wendigkeit
de beweeglijkheid; de ongedurigheid
- beweeglijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ongedurigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Wendigkeit (Biegsamkeit; Flexibilität; Flüssigkeit; Geschmeidigkeit; Gelenkigkeit; Gefügigkeit)
de flexibiliteit; de soepelheid; de buigzaamheid
- flexibiliteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- soepelheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- buigzaamheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Wendigkeit (Nachgiebigkeit; Willfährigkeit; Gefügigkeit; Entgegenkommen; Flüssigkeit; Gelenkigkeit; Geschmeidigkeit; Biegsamkeit)
de volgzaamheid; de meegaandheid
- volgzaamheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- meegaandheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beweeglijkheid	Wendigkeit	Beweglichkeit; Lebhaftigkeit
buigzaamheid	Biegsamkeit; Flexibilität; Flüssigkeit; Gefügigkeit; Gelenkigkeit; Geschmeidigkeit; Wendigkeit
flexibiliteit	Biegsamkeit; Flexibilität; Flüssigkeit; Gefügigkeit; Gelenkigkeit; Geschmeidigkeit; Wendigkeit
lenigheid	Biegsamkeit; Flexibilität; Wendigkeit
meegaandheid	Biegsamkeit; Entgegenkommen; Flüssigkeit; Gefügigkeit; Gelenkigkeit; Geschmeidigkeit; Nachgiebigkeit; Wendigkeit; Willfährigkeit
ongedurigheid	Wendigkeit	Betriebsamkeit; Gedränge; Geschäftigkeit; Hektik; Ruhelosigkeit; Unruhe
soepelheid	Biegsamkeit; Flexibilität; Flüssigkeit; Gefügigkeit; Gelenkigkeit; Geschmeidigkeit; Wendigkeit	Behaglichkeit; Bequemlichkeit; Gemächlichkeit; Gemütlichkeit; Leichtheit; Leichtigkeit; Nachgiebigkeit
souplesse	Biegsamkeit; Flexibilität; Wendigkeit
volgzaamheid	Biegsamkeit; Entgegenkommen; Flüssigkeit; Gefügigkeit; Gelenkigkeit; Geschmeidigkeit; Nachgiebigkeit; Wendigkeit; Willfährigkeit
wendbaarheid	Wendigkeit