Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Wegweiser (Duits) in het Nederlands

Wegweiser:

Wegweiser [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Wegweiser
    de handleiding; de wegwijzer
  2. der Wegweiser
    het richtingbord
  3. der Wegweiser
    de wegwijzer
  4. der Wegweiser (kurze Anleitung; Leitfaden; Führer; Handbuch)
    de leidraad; de gids; beknopte handleiding
  5. der Wegweiser (Reiseführer; Führer)
    de gids; reisbegeleider
  6. der Wegweiser (Nachschlagewerk)
    de gids; informatieboek
  7. der Wegweiser (Handbuch)
    de handwijzer

Vertaal Matrix voor Wegweiser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beknopte handleiding Führer; Handbuch; Leitfaden; Wegweiser; kurze Anleitung
gids Führer; Handbuch; Leitfaden; Nachschlagewerk; Reiseführer; Wegweiser; kurze Anleitung Fremdenführer; Führer; Lotse; Reiseführer; Reiseleiter
handleiding Wegweiser Gebrauchsanweisung
handwijzer Handbuch; Wegweiser
informatieboek Nachschlagewerk; Wegweiser
leidraad Führer; Handbuch; Leitfaden; Wegweiser; kurze Anleitung Gebrauchsanweisung; Handbuch; Leitfaden
reisbegeleider Führer; Reiseführer; Wegweiser
richtingbord Wegweiser
wegwijzer Wegweiser

Synoniemen voor "Wegweiser":


Wiktionary: Wegweiser

Wegweiser
noun
  1. steen of bord langs een weg waarop aangegeven is in welke richting een bepaalde plaats ligt en vaak hoe ver het is