Duits

Uitgebreide vertaling voor Wahl (Duits) in het Nederlands

Wahl:

Wahl [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Wahl (Alternative)
    de optie
    • optie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. die Wahl (Auswahlmöglichkeit; Auswahl; Selektion; Alternative; Auslese)
    de keuze; de keuzemogelijkheid; de keus
  3. die Wahl (Auswahl)
    de verkiezing; de keuze; de uitverkiezing
  4. die Wahl (Vorzug; Vorliebe; Neigung)
    de voorkeur; de smaak; de voorliefde; de keuze
    • voorkeur [de ~] zelfstandig naamwoord
    • smaak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • voorliefde [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • keuze [de ~] zelfstandig naamwoord
  5. die Wahl (Auswahl; Selektion; Alternative; )
    de bloemlezing; de keuze; de selectie
    • bloemlezing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • keuze [de ~] zelfstandig naamwoord
    • selectie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  6. die Wahl (Auswahl; Selektion)
    de selectie; uitverkoring
  7. die Wahl (möglichkeit zum wählen; Alternative)
  8. die Wahl
    de verkiezing

Vertaal Matrix voor Wahl:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bloemlezing Alternative; Auslese; Auswahl; Auswahlmannschaft; Erwählung; Selektion; Sichtung; Wahl
keus Alternative; Auslese; Auswahl; Auswahlmöglichkeit; Selektion; Wahl
keuze Alternative; Auslese; Auswahl; Auswahlmannschaft; Auswahlmöglichkeit; Erwählung; Neigung; Selektion; Sichtung; Vorliebe; Vorzug; Wahl Abwechslung; Auswahl; Sortierung; Sortiment; Stimme; Variation; Votum
keuzemogelijkheid Alternative; Auslese; Auswahl; Auswahlmöglichkeit; Selektion; Wahl
mogelijkheid om te kiezen Alternative; Wahl; möglichkeit zum wählen
optie Alternative; Wahl
selectie Alternative; Auslese; Auswahl; Auswahlmannschaft; Erwählung; Selektion; Sichtung; Wahl Ansammlung; Auslese; Aussonderung; Auswahl; Haufen; Häufung; Menge; Selektion; Sortierung; Trennung
smaak Neigung; Vorliebe; Vorzug; Wahl Geschmack; Geschmackempfindung
uitverkiezing Auswahl; Wahl
uitverkoring Auswahl; Selektion; Wahl
verkiezing Auswahl; Wahl
voorkeur Neigung; Vorliebe; Vorzug; Wahl
voorliefde Neigung; Vorliebe; Vorzug; Wahl

Synoniemen voor "Wahl":


Wiktionary: Wahl

Wahl
noun
  1. gelegenheid
  2. het besluit om uit verschillende mogelijkheden er één te nemen
  3. een keuze gemaakt door een stemmer (kiezer) bij een stemming (verkiezing)
  4. het kiezen door middel van stemming

Cross Translation:
FromToVia
Wahl keuzemogelijkeheid; keuze choice — option or decision
Wahl keuze choice — selection or preference
Wahl verkiezing election — process of choosing a new leader or representatives
Wahl optie; verkiezing; keur; keus; keuze choixaction de choisir.

Verwante vertalingen van Wahl