Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Waage:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Waage (Duits) in het Nederlands

Waage:

Waage [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Waage
    de weegschaal; de bascule; de balans; de waag
    • weegschaal [de ~] zelfstandig naamwoord
    • bascule [de ~] zelfstandig naamwoord
    • balans [de ~] zelfstandig naamwoord
    • waag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. die Waage (Brückenwaage)
    de weegbrug; de waag
    • weegbrug [de ~] zelfstandig naamwoord
    • waag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. die Waage (Stadtwaage)
    de waag; weeghuis
    • waag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • weeghuis [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Waage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
balans Waage Ausgeglichenheit; Balance; Bilanz; Gleichgewicht; Gleichgewichtzustand; Harmonie; Jahresabschluß; Zusammenklang
bascule Waage
waag Brückenwaage; Stadtwaage; Waage
weegbrug Brückenwaage; Waage
weeghuis Stadtwaage; Waage
weegschaal Waage

Synoniemen voor "Waage":


Wiktionary: Waage

Waage
noun
  1. een meetapparaat met twee armen (bedoeld om het verschil te kunnen meten)
  2. een meetinstrument waarmee het gewicht kan worden bepaald

Cross Translation:
FromToVia
Waage Weegschaal Libra — constellation
Waage Weegschaal Libra — astrological sign
Waage weegschaal balance — scales
Waage weegschaal scale — device
Waage weegschaal scales — device for weighing goods for sale
Waage gewicht; wicht; weegschaal; balans balance — métrol|fr instrument de mesure utilisé pour peser des éléments, pour déterminer leur masse.