Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Vorlesung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Vorlesung (Duits) in het Nederlands

Vorlesung:

Vorlesung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Vorlesung (Vortrag; Referat; Lesung)
    het referaat; het verslag; het bericht
    • referaat [het ~] zelfstandig naamwoord
    • verslag [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bericht [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Vorlesung
    het hoorcollege
  3. die Vorlesung
    hooglezing
  4. die Vorlesung (Lektüre; Ablesen; Verlesung; Bibellesung; Lesefutter)
    schriftlezing

Vertaal Matrix voor Vorlesung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bericht Lesung; Referat; Vorlesung; Vortrag Ankündigung; Ansprache; Artikel; Beitrag; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Benachrichtigung; Bericht; Blatt; Botschaft; Dokument; Erwähnung; Illustrierte; Journal; Magazin; Meldung; Mitteilung; Monatsheft; Monatsschrift; Nachricht; Neuigkeit; Verlautbarung; Verzeichnung; Wochenblatt; Zeitschrift
hooglezing Vorlesung
hoorcollege Vorlesung
referaat Lesung; Referat; Vorlesung; Vortrag
schriftlezing Ablesen; Bibellesung; Lektüre; Lesefutter; Verlesung; Vorlesung
verslag Lesung; Referat; Vorlesung; Vortrag Aufsatz; Bericht; Geschichte; Gutachten; Kommentar; Meinungsbericht; Reportage

Synoniemen voor "Vorlesung":


Wiktionary: Vorlesung

Vorlesung
noun
  1. de tijd waarin een docent een bepaald onderwerp uitlegt aan studenten

Cross Translation:
FromToVia
Vorlesung lezing; college lecture — a spoken lesson

Verwante vertalingen van Vorlesung