Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Vierling:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Vierling (Duits) in het Nederlands

Vierling:

Vierling [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Vierling (Vierlinge)
    de vierling
    • vierling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Vierling
    één van een vierling

Vertaal Matrix voor Vierling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vierling Vierling; Vierlinge
één van een vierling Vierling

Synoniemen voor "Vierling":


Wiktionary: Vierling

Vierling
noun
  1. eines von vier gemeinsam geborenen Geschwistern

Cross Translation:
FromToVia
Vierling carré four of a kind — four cards of the same rank