Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal Vertrauen

Vertaal Vertrauen van Duits naar Nederlands

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Vertrauen:
- vertrouwen; confidentie; fiducie; geloof
Wiktionary:
- Vertrauen → vertrouwen
- Vertrauen → vertrouwen

Duits

Uitgebreide vertaling voor Vertrauen (Duits) in het Nederlands

Vertrauen:

Vertrauen [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertrauen (Fiduz)
het vertrouwen; de confidentie; de fiducie; het geloof
- vertrouwen [het ~] zelfstandig naamwoord
- confidentie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- fiducie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- geloof [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Vertrauen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
confidentie	Fiduz; Vertrauen
fiducie	Fiduz; Vertrauen
geloof	Fiduz; Vertrauen	Bekenntnis; Glaube; Glaubensüberzeugung; Gottesdienst; Konfession; Religion; Religionsbekenntnis; Religiösität; Sinnesart; religiöse Überzeugung
vertrouwen	Fiduz; Vertrauen	Vertrauensstellung
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vertrouwen		vertrauen

Synoniemen voor "Vertrauen":

Gewissheit; Glaube; Zuversicht

Wiktionary: Vertrauen

Vertrauen

noun

Überzeugung von der Richtigkeit bzw. Wahrheit einer Handlung oder eines anderen Menschen. In der Regel ein gegenseitiges Verhältnis der Zuverlässigkeit
- Vertrauen → vertrouwen

Vertrauen

noun

het geloof in betrouwbaarheid van een persoon
- vertrouwen → Vertrauen

Cross Translation:

From	To	Via
• Vertrauen	→ vertrouwen	↔ trust — confidence in or reliance on some person or quality
• Vertrauen	→ vertrouwen	↔ confiance — Sentiment de sécurité

Verwante vertalingen van Vertrauen

Vertrauen mißbrauchen