Vermutung in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Vermutung:
- vermoeden; veronderstelling; verdenking; beschuldiging; gissing; aannemen; vooronderstellen; voorgevoel
Wiktionary:
- Vermutung → vermoeden
- Vermutung → giswerk, gissing, veronderstelling, gok, raden, denk, vermoeden

Duits

Uitgebreide vertaling voor Vermutung (Duits) in het Nederlands

die Vermutung (Vermuten; Glaube; Annahme; Voraussetzung; Annehmen; Verdacht)
het vermoeden; de veronderstelling
- vermoeden [het ~] zelfstandig naamwoord
- veronderstelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Vermutung (Verdacht; Ahnung; Vorgefühl)
de verdenking; de beschuldiging
- verdenking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- beschuldiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Vermutung (Mutmaßung)
de gissing
- gissing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Vermutung (Verdacht; Vorgefühl)
aannemen; vooronderstellen
- aannemen [znw.] zelfstandig naamwoord
- vooronderstellen [znw.] zelfstandig naamwoord
die Vermutung (Vorgefühl; Ahnung; Verdacht; Eingebung)
het voorgevoel
- voorgevoel [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aannemen	Verdacht; Vermutung; Vorgefühl	Adoptieren; Annehmen
beschuldiging	Ahnung; Verdacht; Vermutung; Vorgefühl	Anklage; Anschuldigung; Beschuldigung
gissing	Mutmaßung; Vermutung
verdenking	Ahnung; Verdacht; Vermutung; Vorgefühl
vermoeden	Annahme; Annehmen; Glaube; Verdacht; Vermuten; Vermutung; Voraussetzung
veronderstelling	Annahme; Annehmen; Glaube; Verdacht; Vermuten; Vermutung; Voraussetzung	Annahme; Ausgangspunkt; Basis; Fundament; Grund; Grundgedanke; Grundlage; Grundlinie; Hypothese; Unterbau
voorgevoel	Ahnung; Eingebung; Verdacht; Vermutung; Vorgefühl
vooronderstellen	Verdacht; Vermutung; Vorgefühl
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aannemen		adoptieren; akzeptieren; anheuern; annehmen; anstellen; anziehen; beginnen; denken; ein Geschenk annehmen; einkassieren; einstecken; einstellen; empfangen; engagieren; glauben; hinnehmen; in Empfang nehmen; schlucken; schätzen; starten; voraussetzen; übernehmen
vooronderstellen		annehmen; mutmaßen; postulieren; schätzen; vermuten

Vermutung

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Vermutung	→ giswerk; gissing	↔ conjecture — unproven statement; guess
• Vermutung	→ veronderstelling; gok; gissing; raden; denk	↔ guess — prediction about the outcome of something
• Vermutung	→ giswerk	↔ guesswork — estimate, judgment or opinion
• Vermutung	→ vermoeden	↔ conjecture — Mathématiques