Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Verhör:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Verhör (Duits) in het Nederlands

Verhör:

Verhör [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Verhör (Befragung; Vernehmung; Interview)
    de ondervraging; het verhoor; de verhoring
  2. Verhör (Untersuchung; Umfrage; Befragung; Vernehmung; Zeugenbefragung)
    de enquête; de ondervraging
  3. Verhör (Vernehmung; Befragung)
    de ondervraging; de overhoring

Vertaal Matrix voor Verhör:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enquête Befragung; Umfrage; Untersuchung; Verhör; Vernehmung; Zeugenbefragung Enquete; Meinungsumfrage; Umfrage
ondervraging Befragung; Interview; Umfrage; Untersuchung; Verhör; Vernehmung; Zeugenbefragung Ausfragung
overhoring Befragung; Verhör; Vernehmung
verhoor Befragung; Interview; Verhör; Vernehmung
verhoring Befragung; Interview; Verhör; Vernehmung

Synoniemen voor "Verhör":


Wiktionary: Verhör


Cross Translation:
FromToVia
Verhör ondervraging interrogation — act of interrogating or questioning
Verhör rechtzaak trial — appearance at judicial court