Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- Verdienst:
-
Wiktionary:
- Verdienst → verdienste, baat, gewin, winst, autoriteit, gezag, prestige, glorie, beroemdheid, lof, roem, waardigheid
Duits
Uitgebreide vertaling voor Verdienst (Duits) in het Nederlands
Verdienst:
-
der Verdienst (Profit; Gewinn; Bezug; Ertrag; Erlös; Nutzen; Extraprofit; Sinn)
-
der Verdienst (Wert; Würde; Geltung; Verdienstlichkeit; Verdienste)
-
der Verdienst (Belohnung; Lohn; Honorar; Gehalt; Bezahlung; Entgeld; Gage; Einkommen; Besoldung; Einkünfte)
-
der Verdienst (Gehalt; Einkommen; Lohn; Besoldung; Monatslohn; Erwerbseinkünfte)
-
der Verdienst (Gehalt; Einkommen; Lohn; Besoldung; Monatslohn; Erwerbseinkünfte; Einkünfte)
-
der Verdienst
-
der Verdienst (Bezahlung; Lohn; Besoldung; Gehalt; Einkommen; Arbeitslohn)
-
der Verdienst (Verdienstlichkeit)
Vertaal Matrix voor Verdienst:
Synoniemen voor "Verdienst":
Wiktionary: Verdienst
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Verdienst | → verdienste | ↔ merit — Something worthy of a high rating |
• Verdienst | → baat; gewin; verdienste; winst | ↔ bénéfice — commerce|fr gain, profit. |
• Verdienst | → autoriteit; gezag; prestige; verdienste; glorie; beroemdheid; lof; roem | ↔ gloire — La renommée brillante, universelle et durable, l’éclat que les vertus, le mérite, les grandes qualités, les grandes actions ou les grandes œuvres attirer à quelqu’un. |
• Verdienst | → verdienste; waardigheid | ↔ mérite — Ce qui rendre une personne digne d’estime. |