Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Urlaubsgeld:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Urlaubsgeld (Duits) in het Nederlands

Urlaubsgeld:

Urlaubsgeld [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Urlaubsgeld
    het vakantiegeld
  2. Urlaubsgeld (Ferienzuschlag)
    de vakantietoeslag

Vertaal Matrix voor Urlaubsgeld:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vakantiegeld Urlaubsgeld
vakantietoeslag Ferienzuschlag; Urlaubsgeld

Synoniemen voor "Urlaubsgeld":

  • Urlaubsremuneration