Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Unhold (Duits) in het Nederlands

Unhold:

Unhold [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Unhold (Übeltäter; Bandit; Bösewicht; Lump; Frevler)
    de snoodaard; de bandiet; de boosdoener; de slechtaard; de booswicht; de onverlaat
  2. der Unhold (Quälgeist; Teufel; Dämon; Satan)
    de plaaggeest; de kwelduivel

Vertaal Matrix voor Unhold:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bandiet Bandit; Bösewicht; Frevler; Lump; Unhold; Übeltäter
boosdoener Bandit; Bösewicht; Frevler; Lump; Unhold; Übeltäter
booswicht Bandit; Bösewicht; Frevler; Lump; Unhold; Übeltäter
kwelduivel Dämon; Quälgeist; Satan; Teufel; Unhold Teufel; bösartig Wesen
onverlaat Bandit; Bösewicht; Frevler; Lump; Unhold; Übeltäter
plaaggeest Dämon; Quälgeist; Satan; Teufel; Unhold
slechtaard Bandit; Bösewicht; Frevler; Lump; Unhold; Übeltäter
snoodaard Bandit; Bösewicht; Frevler; Lump; Unhold; Übeltäter

Synoniemen voor "Unhold":