Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Undichtigkeit:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Undichtigkeit (Duits) in het Nederlands

Undichtigkeit:

Undichtigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Undichtigkeit (Leck; Loch; Punktion; Öffnung; undichte Stelle)
    de lek; het lekken
    • lek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lekken [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Undichtigkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lek Leck; Loch; Punktion; Undichtigkeit; undichte Stelle; Öffnung Leck; Leckage; Loch; undichte Stelle
lekken Leck; Loch; Punktion; Undichtigkeit; undichte Stelle; Öffnung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lekken auslecken; lecken; leerlaufen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lek leck; nicht zu