Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Umzug:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Umzug (Duits) in het Nederlands

Umzug:

Umzug [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Umzug
    de migratie; de verhuizing; de verplaatsing
  2. der Umzug (Aufzug; Prozession; Konvoi)
    de optocht; de stoet
    • optocht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stoet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Umzug:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
migratie Umzug Migration; Wanderung
optocht Aufzug; Konvoi; Prozession; Umzug
stoet Aufzug; Konvoi; Prozession; Umzug Begleitung; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Geleit; Pracht; Prozession
verhuizing Umzug
verplaatsing Umzug Einschiffung; Transport; Verladung; Verschiffung; Versetzung

Synoniemen voor "Umzug":


Wiktionary: Umzug

Umzug
noun
  1. de verwisseling van één (semi-) permanente woonplaats voor een andere

Cross Translation:
FromToVia
Umzug verhuizing move — the event of changing one's residence
Umzug parade; optocht; defilé parade — organized procession
Umzug processie; stoet procession — group of people or thing moving along in an orderly manner
Umzug verhuizing déménagementaction de déménager des meubles, des objets, etc.