Umfang in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Umfang:
- dikte; lijvigheid; zwaarlijvigheid; corpulentie; gezetheid; bereik
Wiktionary:
- Umfang → omvang, mate, omtrek
- Umfang → omtrek, bereik, omvang, graad, mate, perimeter, domein, reikwijdte, bestek, uitgebreidheid, grootte, coupe, figuur, postuur, statuur, gestalte, lichaamsbouw, maat, afmeting, dimensie

Duits

Uitgebreide vertaling voor Umfang (Duits) in het Nederlands

der Umfang (Korpulenz)
de dikte; de lijvigheid
- dikte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- lijvigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
der Umfang (Beleibtheid; Stärke; Dicke; Korpulenz; Fettheit)
de zwaarlijvigheid; de corpulentie; gezetheid; de lijvigheid
- zwaarlijvigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- corpulentie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gezetheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- lijvigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
der Umfang (Projektumfang)
het bereik
- bereik [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bereik	Projektumfang; Umfang	Bandbreite; Bereich; Funkabdeckung; Reichweite; Spanne; Suchbereich
corpulentie	Beleibtheid; Dicke; Fettheit; Korpulenz; Stärke; Umfang
dikte	Korpulenz; Umfang	Aufgedunsenheit; Aufgeschwollenheit; Beule; Schwellung
gezetheid	Beleibtheid; Dicke; Fettheit; Korpulenz; Stärke; Umfang
lijvigheid	Beleibtheid; Dicke; Fettheit; Korpulenz; Stärke; Umfang
zwaarlijvigheid	Beleibtheid; Dicke; Fettheit; Korpulenz; Stärke; Umfang

Umfang

noun

Umfang

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Umfang	→ omtrek	↔ circumference — length of such line
• Umfang	→ bereik; omvang	↔ compass — area
• Umfang	→ graad; mate	↔ degree — amount, proportion, extent
• Umfang	→ omvang; omtrek	↔ girth — the distance measured around an object
• Umfang	→ omtrek; perimeter	↔ perimeter — length of such a boundary
• Umfang	→ domein; bereik; reikwijdte	↔ scope — breadth, depth or reach of a subject; a domain
• Umfang	→ bestek; uitgebreidheid; grootte; omvang	↔ ampleur — caractère de ce qui est ample.
• Umfang	→ omtrek	↔ circonférence — contour d’un cercle.
• Umfang	→ coupe; figuur; postuur; statuur; gestalte; lichaamsbouw; grootte; maat; mate; afmeting; dimensie; bestek; uitgebreidheid; omvang	↔ taille — coupe ; manière dont on couper certaines choses, dont elles tailler.

Computer vertaling door derden: