Ufer in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Ufer:
- oever; oevers; wallen; land; landmassa; vaste grond; wal; waterkant
Wiktionary:
- Ufer → oever, waterkant
- Ufer → oever, kust, boord, kant, wal, waterkant

Duits

Uitgebreide vertaling voor Ufer (Duits) in het Nederlands

Ufer (Gestade; Flußbett)
de oever
- oever [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
Ufer
de oevers; de wallen
- oevers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- wallen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
Ufer (Land; Wall)
het land; de landmassa
- land [het ~] zelfstandig naamwoord
- landmassa [de ~] zelfstandig naamwoord
Ufer (festes Ufer; Wall)
vaste grond; de wal
- vaste grond [znw.] zelfstandig naamwoord
- wal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
Ufer (Wasserseite)
de waterkant; de wal
- waterkant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- wal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
land	Land; Ufer; Wall	Land; Landschaft; Nation; Provinz; Reich; Staat
landmassa	Land; Ufer; Wall
oever	Flußbett; Gestade; Ufer
oevers	Ufer
vaste grond	Ufer; Wall; festes Ufer
wal	Ufer; Wall; Wasserseite; festes Ufer
wallen	Ufer
waterkant	Ufer; Wasserseite

Ufer

noun

Ufer

noun

rand van het water
- oever → Ufer
daar waar land ophoudt en een water, zoals beek, rivier, meer of kanaal begint
- waterkant → Ufer

Cross Translation:

From	To	Via
• Ufer	→ oever	↔ bank — edge of river or lake
• Ufer	→ kust; oever	↔ shore — land adjoining a large body of water
• Ufer	→ boord; kant; kust; oever; wal; waterkant	↔ rive — terrain qui border un fleuve, une rivière, un étang ou un lac.